Basispakket voor onderwijs in Fryslân
Voor het onderwijs in Fryslân is er sinds 1 januari 2019 het Basispakket verkeerseducatie: een doorlopende leerlijn verkeerseducatie beginnend bij groep 1 van het basisonderwijs (en s(b)o) tot en met klas 4 van het voortgezet onderwijs (en vso).
Het basispakket verkeerseducatie is een samenwerkingsverband tussen meerdere Friese verkeersveiligheidsorganisaties, waaronder de SBV. Veilig Verkeer Nederland (district Fryslân) is bij dit project de contactpersoon voor alle basisscholen.
Fietslessen
Uit onderzoek is gebleken dat verkeersrisico’s voor kinderen aanzienlijk worden vergroot door een gebrek aan technische beheersing van de fiets. Stichting Bevordering Verkeerseducatie verzorgt daarom voor basisschoolkinderen in groep 5 en 6 – de leeftijd waarop de kinderen zelfstandiger in het verkeer gaan fietsen – de Fietsles. Deze les is erop gericht om de kinderen middels theorie, filmmateriaal, opdrachten en fietsoefeningen de kennis, vaardigheden en benodigdheden bij te brengen om veilig(er) te fietsen door het verkeer.
De Fietsles aan groep 5 en 6 van de basisschool is een 2 uur durende les. De eerste drie kwartier theorie in de klas, waarna buiten in 5 kwartier verschillende fietsparcoursen worden afgelegd, besproken en geoefend.
Tijdens het theoriegedeelte worden in de vorm van een powerpointpresentatie en opdrachten de belangrijke onderdelen voor een veilige fiets besproken. Middels filmmateriaal en opdracht worden de kinderen gewezen op en bewust gemaakt van veilig gedrag in het verkeer. Buiten in de praktijk worden middels verschillende fietsparcoursen en oefeningen de technische beheersing van de fiets vergroot en wordt elke fiets – door de kinderen – gecheckt op veiligheid, of deze voldoet aan de eisen van een veilige fiets. De moeilijkheidsgraad van de les is per groep en het niveau van de groep aan te passen.
Voorbereiding vanuit school
Voor een goede uitvoering van de fietsles is voldoende ruimte nodig om de fietsparcoursen uit te kunnen zetten. Dit kan bijvoorbeeld op het schoolplein of op een parkeerterrein vlakbij school.
Verder is het nodig dat de kinderen op de dag van de les met de (eigen) fiets naar school zijn.
Voor het theoriegedeelte is de aanwezigheid van een digibord o.i.d. noodzakelijk, waarop de PowerPointpresentatie getoond kan worden.
Remproef
De meeste mensen hebben moeite met het inschatten van de snelheid van een naderend voertuig. Het inschatten van de benodigde stopafstand van het voertuig is minstens zo moeilijk. Voor kinderen is dit nog eens extra ingewikkeld. Toch spelen ze vaak op of langs de weg, steken (onverwacht) over of rennen achter een bal aan.
Met de remwegdemonstratie leren de kinderen dat de stopafstand van een auto bestaat uit de reactietijd (en daarmee reactieafstand) en de remweg. Ze zien na hoeveel meter een auto (pas) stilstaat bij een noodstop en ze leren hoe belangrijk het is om pas over te steken als je zeker weet dat het kan, en bij twijfel te blijven staan.
Een les duurt in totaal 1 uur en bestaat uit een half uur theorie (in eigen klaslokaal) en een half uur praktijk buiten. Tijdens het theoriegedeelte wordt middels een PowerPointpresentatie de kinderen geleerd dat de stopafstand bestaat uit de reactieafstand en remafstand samen. Ook worden onderwerpen als gezien worden (licht), het gevaar van los materiaal in de auto en het belang van het dragen van de autogordel besproken. Door opdrachten leren kinderen welke factoren van invloed zijn op de stopafstand en hoe groot je reactietijd (en dus die van een bestuurder) is.
Tijdens het praktijkgedeelte laat de SBV-docent het verschil zien tussen een stopafstand van een auto die 30 km per uur rijdt en een auto die 50 km per uur rijdt. De kinderen schatten zelf de stopafstand vooraf in. Hierdoor ervaren zij na hoeveel meter een auto (pas) stilstaat bij een noodstop en dat het daarom zo belangrijk is om zeker te weten dat je kunt oversteken.
Voorbereiding vanuit school
Voor het theoriegedeelte in de klas is de aanwezigheid van een digibord of beamer noodzakelijk, waarop de PowerPointpresentatie getoond kan worden.
Voor het praktijkgedeelte is een recht stuk weg van ca. 100 meter nodig. Dit is vaak een openbare straat bij de school, en voor het afsluiten van deze weg is een vergunning nodig. Deze vergunning dient door de school zelf tijdig aangevraagd te worden bij de gemeente. Als het praktijkgedeelte op een parkeerplaats kan plaatsvinden, is een dergelijke vergunning niet nodig.
Dodehoekvoorlichting
Grote voertuigen, zoals vrachtwagens en trekkers, hebben een grote dode hoek waardoor ze andere weggebruikers zoals fietsers niet altijd kunnen zien. Volwassenen en zeker ook kinderen hebben vaak niet door waar de dode hoek zich bevindt, wat kan leiden tot een ongeluk. Het gevaar schuilt in een klein hoekje.
Bij de dode hoek voorlichting maken we kinderen bewust van de meerdere dode hoeken die grote voertuigen hebben en leren we ze hoe ze zich in de buurt van een groot voertuig moeten gedragen.
Een les duurt in totaal 1 uur en bestaat uit een half uur theorie (in eigen klaslokaal) en een half uur praktijk buiten. Tijdens het theoriegedeelte wordt middels een PowerPointpresentatie, opdrachten en een filmpje de kinderen geleerd wat de dode hoek is en waar zich deze bevinden bij een groot voertuig.
Bij het praktijkgedeelte mogen alle kinderen om de beurt in de cabine zitten en kunnen ze zo ervaren hoe groot de dode hoek eigenlijk is. Terwijl er een kind in de cabine zit, mogen de andere kinderen zich proberen te verstoppen in een van de dode hoeken. Daarnaast vragen we de kinderen hoe ze weten of de chauffeur hen heeft gezien.
Voorbereiding vanuit school
Voor het theoriegedeelte in de klas is de aanwezigheid van een digibord of beamer noodzakelijk.
Voor de praktijk is een plek nodig waar de trekker kan staan. Dat kan op de weg bij de school zijn, of op het plein. Zolang de kinderen er maar veilig om heen kunnen staan en lopen.